Het drinkwaterbedrijf heeft recentelijk de hardheid aangepast, het water is nu een stuk zachter. Heeft dat gevolgen voor de reeds geïnstalleerde waterontharder en moet de waterverzachter aangepast worden door de verdeler?

Ja, de waterontharder moet opnieuw ingesteld worden wanneer de waterhardheid van uw kraantjeswater wijzigt. U hoeft hier geen grote haast mee te maken en wij zouden hiermee wachten totdat de waterverzachter weer een onderhoudsbeurt krijgt. In de tussentijd veranderd er niets aan de werking van het apparaat en kunt u nog steeds genieten van onthard water. De enige consequentie van de verlaagde waterhardheid is dat, tot de tijd dat uw waterontharder is aangepast, deze iets meer regeneratiezout verbruikt dan strikt noodzakelijk is, maar die kosten zijn verwaarloosbaar klein.

Kunt u zelf de waterhardheid aanpassen op de ontharder na een waterhardheidsdaling van het kraantjeswater?

Ja, dat is mogelijk, het is niet heel erg moeilijk. Wij adviseren u om contact op te nemen met de verdeler van de ontharder en u telefonisch te laten begeleiden om de hardheid op het apparaat aan te passen.

Wat gebeurd er als de hardheidsinstelling van de waterverzachter niet gewijzigd wordt?

In geval de waterhardheid van het kraantjeswater lager is geworden: niets, alles werkt nog als vanouds, hooguit verbruikt de waterverzachter iets meer zout dan strikt noodzakelijk.

Als de hardheid is gestegen dan heeft dit wel gevolgen. Dan zal eens in de paar dagen hard water uit uw kraan stromen in plaats van zacht. Dat gebeurd iedere keer op de dag vóór de ontharder geregenereerd wordt. Dat is vervelend maar geen ramp, maar die afweging is aan u. Het apparaat gaat niet defect of zo doordat hij niet aangepast wordt. Als de waterhardheid is toegenomen zouden wij op redelijk korte termijn de hardheidinstelling op het apparaat (laten) aanpassen waardoor iedere dag zacht water uit de kraan stroomt.

Waarom moet eigenlijk de waterontharder opnieuw ingesteld worden als de hardheid van het kraantjeswater verandert?

Een waterontharder kunt u voorstellen als een soort stofzuiger die kalk uit het water verwijderd. Op een gegeven moment zit de "kalkzak" vol en moet deze vervangen worden. Bij de waterontharder wordt het kalk niet verzameld in een kalkzak maar in een onthardingscilinder, een technieker gebruikt de technische term ionenwisselaar. Daarnaast, als de onthardingscilinder vol is wordt deze niet vervangen maar doorgespoeld met water waarin regeneratiezout opgelost is. Dat zoute water verwijderd de uit het water verwijderde en in de cilinder verzamelde kalk en het spoelwater wordt met kalk en al geloosd op het riool.

Uw waterontharder kan niet direct meten of de onthardingscilinder verzadigd is met kalk, hij doet dit op basis van een berekening. Die is: capaciteit van de ontharder / (aantal liter water wat door de ontharder van kalk ontdaan is x de hardheid instelling van het kraantjeswater).

Stel uw waterverzachter heeft een onthardingscapaciteit van 50.000 liter water van 1° fH. Stel dat de waterontharder is ingesteld op een hardheid van uw kraantjeswater van 25° fH, en stel dat na vijf dagen u 2000 liter water heeft laten ontharden. Uw ontharder maakt dan de volgende berekening: 2000 liter x 25° Fh = 50000 liter water van 1° fH, dit wordt ook wel geschreven als 50.000 fH liter.

De ontharder weet dat hij een onthardingscapaciteit heeft van 50.000 fH liter, en weet dat de onthardingscilinder nu vol zit met kalk en het tijd geworden is om dit te verwijderen en start daarom de regeneratiecyclus.

Tijdens het regenereren wordt (bijvoorbeeld) 1 kg zout in water opgelost en door de onthardingscilinder gespoeld en dit water, met het verwijderde kalk, verdwijnt in het riool. De onthardingscilinder heeft dan weer opnieuw een capaciteit van 50.0000 fH liter en kan er dan weer zo'n vijf dagen tegenaan.

Stel nu dat de waterhardheid van uw kraantjeswater is verlaagd van 25° fH naar 20° fH. De waterontharder gaat nog steeds uit van een waterhardheid van 25° fH, dat is immers zo op het apparaat ingesteld. Dus hij denkt dat hij nog steeds 2000 liter van 25° fH kan ontharden, want: 2000 liter x 25° fH = 50.000 fh liter, zijn onthardingscapaciteit.

Nadat 2000 liter water is onthard denkt hij dat dit dan 50.000 fH liter zijn onthard, maar in werkelijkheid is dit: 2000 liter x 20° fH = 40.000 fH liter. Feitelijk heeft de ontharder nog een capaciteit over van 10.000 fH liter en hoeft dus nog niet geregenereerd te worden. Maar toch gebeurd het. Niets aan de hand, maar een beetje zonde.

2000 liter water in vijf dagen is 400 liter per dag, dus in werkelijkheid had de ontharder 50.000 fh liter / (400 liter * 20 fH) = 50.000 fh liter / 8000 fh liter = 6,25 dagen het water kunnen ontharden met dezelfde hoeveelheid regeneratiezout.

Zodra de ontharder ingesteld is op de nieuwe waterhardheid zal de regeneratie (in dit fictieve voorbeeld) niet om de vijf maar om de zes dagen plaatsvinden.

Per jaar zal dus niet 365 / 5 dagen per regeneratiecyclus = 73 keer geregenereerd worden maar 365 / 6 dagen = 61 keer. Dat is een besparing van 12 regeneratiecycli. Wanneer bijvoorbeeld 1 kilogram regeneratiezout verbruikt wordt per cyclus zal dus 12 kg regeneratiezout bespaard gaan worden per jaar zodra de ontharder is aangepast.

Zout is echter spotgoedkoop. Twaalf kilogram zout hoeft niet meer te kosten dan zo'n 6 euro. Per jaar bespaart u dus zes euro.

Dus meteen een technieker vragen langs te komen om uw apparaat aan te passen op de nieuwe waterhardheid, wat bijvoorbeeld 60 euro kosten met zich meebrengt, lijkt niet slim: 60 euro uitgeven om 6 euro in een jaar te besparen. Dus wij zouden wachten tot de volgende onderhoudsbeurt.