Hoeveel natrium voegt een waterontharder toe aan water, hoe kan dit beperkt worden en wat is de norm?
Waterontharders die werken met regeneratie zout, dat zijn dus de traditionele waterontharders die werken op basis van ionenuitwisseling, voegen natrium toe aan het water. Dat is niet te voorkomen, dat is juist de kern van de werking van de waterontharder.
De hoeveelheid natrium die wordt toegevoegd is afhankelijk van de hardheid van het kraantjeswater en de resthardheid instelling. Hoe meer kalk in het water zit hoe meer natrium zal de ontharder aan het behandelde water toevoegen.
In dit artikel gaan we in hoe het natrium in het water komt, hoeveel dat is, hoe u het kunt beperken of voorkomen en wat de aanbevolen maximum toelaatbare hoeveelheid is in België, Nederland en Duitsland.
Wat is natrium eigenlijk en is dat schadelijk voor de gezondheid?
Natrium is een element net zoals waterstof, zuurstof, calcium en magnesium dat is, het wordt ook wel een mineraal genoemd. Natrium komt op de aarde veel voor en is ook belangrijk voor de vochthuishouding in uw lichaam.
Uw lichaam neemt natrium op uit het voedsel waar zout in zit. Zout (keukenzout) is namelijk een verbinding van natrium en chloor, vandaar de chemische benaming van keukenzout "natriumchloride". Van zout moet u niet te veel van binnenkrijgen. Tegenwoordig wordt door de voedselindustrie stappen gezet om de hoeveelheid zout te verminderen. Zout is onontbeerlijk voor het goed functioneren van het menselijk lichaam, maar zoals met vele dingen, u moet er ook weer niet te veel van binnenkrijgen.
Mensen met een hoge bloeddruk of nierfalen hebben een aangepast dieet waarin nauwelijks zout voorkomt. Voor die mensen is dit artikel van belang omdat een waterontharder de dagelijkse inname van natrium laat toenemen.
Hoe komt natrium in het water bij een waterontharder?
De traditionele waterontharder zoals die sinds begin van de 20ste eeuw wordt gemaakt, op basis van ionenuitwisseling, werkt op het principe dat de kalk en magnesium uit het harde water "uitgewisseld" wordt door natrium. Door de kalk uit het water te vervangen door natrium verliest het harde water zijn vervelende eigenschappen. Het natrium is afkomstig van kunsthars korrels die zich in de ionenwisselaar bevinden. Populair geschreven: in de kunstharskorrels is natrium opgelost en zodra hard water langs de harskorrels stroomt wordt de kalk uit het water door de korrels opgenomen en wordt natrium afgegeven.
Op een gegeven moment hebben de kunstharskorrels al het natrium afgegeven en zijn ze verzadigd met kalk. Dat is het moment dat de waterontharder zal regenereren. Dan vindt een omgekeerd proces plaats. Water waarin keukenzout (natriumchloride) is opgelost wordt langs de kunstharskorrels geleid en die geven de kalk weer af en nemen het natrium op. Dat water waarin de kalk dus zit wordt afgevoerd op het riool en op die wijze wordt om de paar dagen het verwijderde kalk (en magnesium) via het riool afgevoerd.
Door het water te ontharden komt dus vanzelf natrium in het water, dat is geen nevenverschijnsel, het is het principe van de waterontharder.
Hoeveel natrium voegt de waterontharder toe aan het water?
Hoeveel natrium toegevoegd wordt aan het ontharde water is afhankelijk van de hardheid van het kraantjeswater. Dat is logisch, want het principe van de waterontharder is nou juist dat de kalk verwisselt voor natrium. Is het water niet heel erg hard dan hoeft er maar weinig kalk voor natrium uitgewisseld te worden en zal dus relatief weinig natrium toegevoegd worden aan het kraantjeswater. Heeft u hard water, dus met veel kalk, dan zal veel kalk uit het water gehaald moeten worden en in plaats daarvan wordt evenveel natrium aan het kraantjeswater toegevoegd.
Voor iedere fH verlaging (Franse hardheid) van het harde water zal het natriumgehalte van het water met 4,6 mg (mg = milligram = duizendste gram) per liter toenemen.
Wanneer het kraantjeswater een hardheid heeft van bijvoorbeeld 20 fH, én het water totaal onthard wordt, zal het natrium gehalte toenemen met 20 x 4,6 mg/l = 92 mg/l.
Realiseer dat water van het drinkwaterbedrijf van nature ook al natrium bezit. Hoeveel dit is, blijkt afhankelijk van de waterwin plaats. Hou rekening met waarden tussen de 10 en 30 mg/l.
Normen in België, Nederland, Duitsland en Oostenrijk
Overheden leggen in wetgeving vast wat de samenstelling van kraantjeswater moet zijn. Daarbij wordt onder andere de maximale hoeveelheid natrium gespecificeerd per liter.
In België is in het Besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie (zie Bijlage III) een norm opgenomen van maximaal 200 mg/l maar met een voetnoot "de waterleverancier moet ernaar streven om de waarde van 150 mg/l niet te overschrijden aan de grens tussen het waterdistributienetwerk en het huishoudelijke leidingnet".
In het Nederlandse Drinkwaterbesluit (zie Tabel IIIb) is de norm vastgelegd op maximaal 150 mg/l.
In Duitsland is in de Trinkwasserverordnung (zie pagina 26) een maximum vastgelegd van 200 mg/l.
In Oostenrijk is in de Trinkwasserverordnung (zie Teil C) een grenswaarde opgenomen van 200 mg/l.
Uitgaande van de norm en de van nature aanwezige hoeveelheid natrium in het drinkwater kan uitgerekend worden hoe groot deel van de hardheid uit het kraantjeswater gehaald kan worden.
Een voorbeeld: we stellen het natrium gehalte van het kraantjeswater op 20 mg/l en de hardheid op 20 fH én dat de waterontharder het water onthard tot 0 fH.
Het natriumgehalte in het ontharde water is dan: natriumgehalte in het kraantjeswater + toevoeging van natrium door de waterontharder. In dit voorbeeld wordt dit: 20 mg/l + 20 x 4,6 mg/l = 20 + 92 = 112 mg/l. Deze waarde van het gehalte natrium bevindt zich ruimschoots onder de Belgische, Duitse en Nederlandse norm.
Een voorbeeld met een hogere hardheid die in ons land ook voorkomt: stel het natriumgehalte van kraantjeswater op 20 mg/l en de hardheid op 40 fH en dat de waterontkalker dit terugbrengt tot 0 fH. In zo'n geval wordt het natriumgehalte na ontharding van het water: 20 mg/l + 40 x 4,6 mg/l = 20 + 184 = 204 mg/l. Dat is net boven de norm in België en Duitsland (200 mg/l) en ver boven de norm in Nederland (150 mg/l). In zo'n geval is het verstandig maatregelen te nemen om het natrium bijdrage door de waterontkalker te verlagen.
Hoe kunt u het natriumgehalte verlagen?
Bij het ontharden van water hebben we met twee natrium bronnen te maken: wat van nature al in het kraantjeswater zit en wat de waterontharder daar aan toevoegt. Het van nature aanwezige natriumgehalte is een gegeven en dus niet beïnvloedbaar. Over de bijdrage van de waterontharder heeft u wel invloed.
De bijdrage van natrium bij de waterontharder is recht evenredig met de hoeveelheid kalk en magnesium die uit het water verwijderd wordt. Door de waterontharder niet al de kalk en magnesium te laten verwijderen zal ook de bijdrage van de waterontharder voor wat betreft het natrium dalen.
Vanuit de fabriek ontharden de meeste waterontharders al het water. De meeste, maar niet alle, waterontharders hebben een resthardheid regelaar ook wel versnijdventiel genoemd. Hiermee stelt u in hoeveel kalk zich nog als rest (vandaar: resthardheid) in het water bevindt wat uit de waterontharder stroomt. Door middel van een draaiknopje kunt u instellen hoeveel water niet onthard wordt. Dat water zal niet door de waterontharder stromen maar juist deze passeren en gemengd worden met het water uit de waterontkalker (vandaar: versnijdventiel).
Op de resthardheid regelaar kunt u niet aflezen hoe hard het water is bij een bepaalde instelling. Dat komt omdat feitelijk niet de resthardheid wordt ingesteld maar de mengverhouding tussen het onbehandelde harde water en het water wat geheel onthard is.
Doordat de hardheid van het water bij iedereen anders is zal ook het effect van de resthardheid instelling anders zijn.
U zult dus proefondervindelijk moeten bepalen wat de stand van de resthardheid regelaar moet zijn voor een bepaalde gewenste resthardheid. Dus draai aan de knop en meet daarna de hardheid van het water uit de waterontharder. Vergeet niet om eerst het water even flink door te laten lopen én de koudwaterkraan te gebruiken (warm water heeft vaak een boiler en zal zich langzaam aanpassen aan de gewijzigde hardheid). Blijkt het water nog te zacht te zijn dan moet de resthardheid regelaar nog verder verdraaid worden.
Bereken de resthardheid om onder de natrium norm te blijven
Wanneer u onder de norm van het maximale natriumgehalte in het ontharde water wil blijven kunt u gebruik maken van de volgende formule:
Resthardheid instelling waterontharder in fH = waterhardheid onbehandeld water in fH - (maximale hoeveelheid gewenst natrium in onthard water - van nature aanwezige natrium in kraantjeswater) / 4,6.
Voorbeeld met onbehandeld water van 45 fH
Wij stellen de norm op 200 mg/l, dus dat is de maximale gewenste hoeveelheid natrium in het ontharde water, wij stellen het reeds aanwezige natriumgehalte van het kraantjeswater op 20 mg/l en de hardheid van het onbehandelde water op 45 fH. Dan moet de resthardheid minimaal bedragen:
45 fH - (200 mg/l - 20 mg/l) / 4,6 = 45 - 180 / 4,6 = 45 - 39 = 6 fH.
Voorbeeld met onbehandeld water van 25 fH
We stellen de norm op 200 mg/l, dus dat is de maximale gewenste hoeveelheid natrium in het ontharde water, we stellen het reeds aanwezige natriumgehalte van het kraantjeswater op 20 mg/l en de hardheid van het onbehandelde water op 25 fH. Dan moet de resthardheid minimaal bedragen:
25 fH - (200 mg/l - 20 mg/l) / 4,6 = 25 - 180 / 4,6 = 25 - 39 = -14 fH. Een negatieve uitkomst "kan natuurlijk niet" en dit houdt in dat de resthardheid, wat betreft dit onderwerp, op 0 fH gesteld kan worden en dat het natriumgehalte ruim onder de norm blijft. Om precies te zijn: 20 mg/l + 25 fH x 4,6 = 115 mg/l. Zou de resthardheid op 7 fH ingesteld worden dan is het natriumgehalte van het behandelde water: 20 mg/l + (25 fH - 7 fH) x 4,6 = 20 + 18 x 4,6 = 20 + 82,8 = 102,2 mg/l
Hoe kunt u voorkomen dat natrium toegevoegd wordt aan het water door de waterontharder?
Een waterontharder kan niet alleen met natriumchloride (keukenzout) werken maar ook met kaliumchloride ("het andere keukenzout gemaakt voor patiënten met een hoge bloeddruk").
Een waterontharder werkt evengoed met kaliumchloride als met natriumchloride en daarmee bedoelen wij dat hij evengoed in staat is om water te ontharden. Er kleven twee nadelen aan het gebruik van kaliumchloride. Dit type zout is minder effectief en u zult dus flink meer kaliumchloride gebruiken dan dat u natriumchloride gebruikt zou hebben. U moet dus sneller zout bijvullen. Daarnaast is kaliumchloride een heel stuk duurder én lastig verkrijgbaar.
Door kaliumchloride te gebruiken als onthardingszout zal aan het ontharde water totaal geen natrium meer toegevoegd worden. Natuurlijk wel kalium, maar daar zijn in België en Nederland geen maxima voor bepaald. Een additioneel voordeel van het gebruik van kaliumchloride is dat u de planten wél kan water geven met onthard water. Bij gebruik van onthard water met natriumchloride als regeneratiezout is dat niet verstandig.
Offerte service
Wilt u, gratis en zonder verplichtingen, een aantal op maat gesneden aanbiedingen ontvangen van waterontharders? Klik dan hier.
Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie